Door de ogen van een gedragswetenschapper
Verbondenheid in tijden van crisis
Voel jij je deze dagen meer dan ooit verbonden met anderen? Ook al of juist omdat we massaal moeten thuisblijven en ons houden aan het principe van ‘social distancing’? Voor velen van ons, sociale wezens als we zijn, is het lastig om ons hieraan te houden. Het gezegde ‘gedeelde smart, is halve smart’ is dan ook zeer van toepassing in deze vreemde situatie. Maar waar komt dat eigenlijk vandaan, dat gevoel van verbondenheid?
Wij en zij
Naast dat we behoefte aan sociaal contact hebben, hebben we ook de neiging om de wereld op te delen in termen van ‘wij’ en ‘zij’. Wanneer je ‘wij’ gebruikt horen deze mensen bij ‘jouw groep’, in termen van de psychologie ook wel de ‘ingroup’ genoemd. De rest, waarvan jij vindt dat ze niet bij jouw groep horen, wordt de ‘outgroup’ genoemd. Je voelt je lid van een groep als je een verbindende factor met de andere leden van die groep deelt, zoals normen en waarden, dezelfde activiteiten of interessegebied. Dit kan op kleine en grote schaal en in kleine en grote groepen. Het hangt maar net af van in welke situatie je zit.
Limburgers en voetbalsupporters
Een voorbeeld is die van een voetbalsupporter: Hij of zij beschouwt tijdens een wedstrijd alle supporters als ingroup en iedereen die dit niet is als outgroup. Of neem Limburgers: als Limburgers elkaar tegenkomen buiten Limburg voelen ze zich meteen deel van elkaars ingroup. Komen een inwoner uit Venlo en een inwoner uit Maastricht elkaar tegen binnen Limburg vinden ze van de ander dat hij bij de outgroup hoort. Deze scheiding gebeurt grotendeels onbewust, hoewel je je er in sommige situaties wel bewust van kunt zijn. We handelen vaak naar hoe de rest van de groep waar we op dat moment deel van uitmaken zich gedraagt. Doordat meningen en visies nog wel eens verschillen tussen groepen (anders bestonden deze groepen niet) kan dit botsen en voor wrijving zorgen.
Wij versus COVID-19
Wat we nu zien, in tijden van crisis die ons allemaal aangaat, is het tegenovergestelde van het ontstaan van wrijving. Het uitbreken van de pandemie heeft ons allemaal in hetzelfde schuitje gebracht. Dit geeft ons een verbindende factor waardoor wij met zijn allen één grote groep aan het worden zijn. Het voorkomen van het verspreiden van het virus is ons gezamenlijke doel geworden: wij versus COVID-19. En dit is heel positief! Want waar niet iedereen het zo nauw nam met de maatregelen die het RIVM voorschreef, gedraagt nu de grote meerderheid van de bevolking zich in lijn met de voorschriften: we voelen ons verantwoordelijk. Steeds meer mensen zien in dat het nodig is om de adviezen van het RIVM en de overheid op te volgen om zo het doel te bereiken. Het hebben van een gezamenlijk belang en de bijbehorende groepsvorming heeft dus de nodige gedragsverandering in beweging gezet. Daarnaast kan een deel van deze gedragsverandering ook verklaard worden door het principe van het volgen van de sociale norm. Mensen gedragen zich vaak naar wat de meerderheid in hun omgeving doet en wat op dat moment normaal is om te doen. Zoeken de meeste mensen geen anderen meer op? De rest zal op den duur volgen.
Samen sterk
Het groepsgevoel is ook terug te zien in de sociale media: van applaudisseren voor werkenden in de zorg tot muziek maken en zingen voor elkaar vanaf het balkon en sportles geven vanaf het dak voor medebewoners van het gebouw. Daarnaast zetten we acties op touw: boodschappen doen voor ouderen die hun huis niet kunnen of durven te verlaten en zich als oppas aanbieden aan gezinnen waarbij de ouders niet kunnen thuiswerken. Dit zien wekt positieve gevoelens bij ons op. Het zorgt er voor dat we ons nog meer verbonden voelen met elkaar. Blijf dit dus vooral doen en ook delen! En ook kleine gebaren tellen mee: denk aan die ene vriendin die alleen woont en stel voor om te Skypen, al is het maar een uurtje. Ga wandelen (op gepaste afstand) met elkaar of stuur een leuke verrassing naar iemand die nu zijn verjaardag niet kan vieren. Op deze manier staan we samen sterk!